Vertrouwen in loslaten – obstipatie bij een meisje van 3 jaar
Najaar 2021, ik krijg ik een meisje van bijna 3 jaar op het spreekuur. Moeder komt met haar voor de vele buikpijn en obstipatie met harde ontlasting. Ze heeft periodes dat ze langer dan een week geen ontlasting heeft! Ze wiebelt dan heel veel, heeft veel buikpijn, wordt bleek en zweterig, vooral op haar hoofd, geeft moeder aan. Ze vindt het fijn als moeder dan over haar buik wrijft. Kort voor het consult heeft ze ook een blaasontsteking gehad. Tijdens dit consult is ze hoorbaar verkouden met een losse hoest die vanuit diep in de borst komt.
Een meisje dat helder de wereld in kijkt, gevoelig, heel wijs is, elk detail waarneemt, zorgzaam is, maar ook zeker wel koppig en eigenwijs kan zijn. Structuur en regelmaat helpen haar. Ze heeft haar tijd nodig. Ze heeft nooit gekropen en zat als klein meisje stil. Toen ze eenmaal kon lopen kreeg ze drempelvrees.
Op het moment van overgaan op meer vast voedsel begon de stoelgang moeilijker te worden. Na de BMR-vaccinatie is ze flink ziek geweest en kreeg ze wat eczeem. Hiervoor is hormoonzalf ingezet door de huisarts.
Al snel lijkt het beeld duidelijk en beginnen we met één van de meest voorkomende middelen bij jonge kinderen. Hierop krijgt ze stinkende urine en koorts en ontstaat er een blaasontsteking.
Het gegeven middel lijkt dit niet op te kunnen pakken en er vindt een nieuwe keuze van middelen plaats.
De blaasontsteking hebben we op een gegeven moment met een acuut middel aangepakt. Daarna gaan we verder met een middel dat zich goed verhoudt tot het eerste middel. Ze ontwikkelt, wordt zelfverzekerder en ontlasting en plassen gaat beter… maar slechts tijdelijk verbetert de obstipatie …
Hierop volgt een zoektocht en elk middel geeft maar tijdelijk verbetering. Daarna heeft ze weer veel buikpijn en lang obstipatie. Het blijft vallen en opstaan.
Ook het eczeem, dat na de BMR-vaccinatie was ontstaan, komt tussendoor terug. Dit verdwijnt na het passende middel hiervoor, maar… het meisje blijft ontzettend last houden van haar obstipatie en kan dagen niet achtereen naar het toilet. Inmiddels heeft ze geen harde ontlasting meer en geen blaasontsteking meer gehad. Alleen de klacht waarvoor moeder met haar kwam, waar ze zichtbaar veel last van heeft, is nog steeds niet opgelost en zijn we inmiddels 10 maanden verder.
Met moeder heb ik veel contact, ze houdt me goed op de hoogte van het proces en neemt heel mooi waar hoe haar dochter wel/niet reageert op een middel. Een prachtige samenwerking.
In mij rijzen vragen; Zou ik terug kunnen naar het eerste middel? Zie ik de casus nog wel helder? Wat zie ik over het hoofd? Is er een in stand houdende factor?
Na overleg met moeder leg ik leg deze casus voor aan mijn intervisiegroep en mijn collega’s denken met me mee. Zo bundelen we onze krachten en kennis en komen we uit op twee middelen die ik beiden begrijp. Eén van de middelen die naar voren komt is het middel waar ik mee ben gestart!
De ouders zijn huiverig voor dit middel, gezien de vorige periode met de blaasontstekingen. Ik neem hen hierin mee en het meisje krijgt de eerste inname. Ze kan de volgende dag al naar het toilet voor haar stoelgang en er is heel snel weer een reactie op de blaas. Ze plast heel weinig, moet veel huilen, laat urine niet los en klaagt over buikpijn. We herhalen hetzelfde middel op korte termijn en diezelfde dag nog verbetert haar plassen en heeft ze weer stoelgang!
Nu zijn we een paar innames verder… Haar stoelgang kost haar geen moeite meer en komt regelmatiger. Ze drentelt nu even, staat dan stil en kan het dan gewoon laten gebeuren om los te laten. We gaan met het huidige middel verder op pad!
Lisette van ’t Oever