Ga naar de inhoud
Home » Over Homeopathie » Sneeuw

Sneeuw

Door een besneeuwde straat loop ik terug naar huis. Ik bracht zojuist mijn dochters naar school, die vanaf het moment dat ze zagen dat er sneeuw lag, daar helemaal enthousiast over waren. Sneeuw!! En ook nog eens echt goede sneeuw waar je sneeuwpoppen van kan maken! Wat een feest, daar hopen ze ieder jaar opnieuw op.
De stilte op mijn weg terug naar huis vormt een bijzonder contrast met de opgetogen geluiden op het schoolplein, waar de sneeuwballen me om de oren vlogen. Het voelt zo heerlijk beschut, zo ‘toegedekt’, dat ik besluit een lange route naar huis te nemen.

Terwijl ik zwijgend voortstap in deze verstilde wereld, vallen me verschillende sporen op. Op het pad waar ik loop, heeft vanochtend iemand gelopen met een klein hondje (of in ieder geval, een hond met kleine pootjes). Een vogel scharrelde onder een struik, liep de stoep op en vloog weg. Ik zie sporen van twee evenwijdige wielen. Een boodschappentrolley? Iemand op weg naar de supermarkt? Maar ik zie ook voortuinen waar nog niemand doorheen liep. Kunnen ze vandaag uitslapen? Of verlieten ze het huis langs de achterdeur?
Ik zie hele kleine voetafdrukken en in gedachten zie ik mijn eigen kinderen, toen ze nog heel klein waren, verwonderd door de sneeuw stappen.
Ik kom een spoor tegen van iemand die met een stok liep en ik vraag me af hoe het was voor diegene, om vanochtend door de sneeuw te gaan. Was het spannend, voelde diegene zich onzeker omdat het mogelijk glad zou zijn? Of liep hij/zij met zekere tred door de sneeuw, gesterkt door het knisperen van de sneeuw onder zijn/haar stevige schoenen, met de stok enkel als zekerheidje naast zich?
Vlak voor ik bij ons huis aankom, beloop ik een ongerept pad. Prachtig, vers aangesneeuwd en nog onbelopen. Ik zet er de eerste voetstappen op. Enerzijds is dat heel bevredigend, zo’n verse straat waar ik mijn voetstappen achterlaat, anderzijds heeft het iets opdringerigs, alsof je zoiets sereens niet moet verstoren.

Wanneer ik mijn stoep naar de achterdeur met een bezem probeer énigszins sneeuwvrij te maken (waar is nou die sneeuwschep als ik ‘m nodig heb? Ik zou toch zweren dat-ie hier laatst stond!) overdenk ik mijn wandeling door de sneeuw en verwonder me over de parallel tussen dit sneeuwlandschap, het leven in het algemeen en hoe ik als homeopaat te werk ga.
Het ongerepte sneeuwlandschap van je gezondheid wordt door allerlei dingen ‘belopen’ en dat laat sporen na. Als homeopaat kijk ik naar die sporen en probeer ze te duiden: Waar komen ze vandaan? Wat veroorzaakte het spoor? Hoe voelde je je toen dat spoor werd gemaakt? Wat betekende het voor je? Was het opdringerig, voelde je je geschonden, of was het prima dat jouw ongerepte landschap werd verstoord?
Ik loop als het ware tegen de voetstappen van de gebeurtenis in, terug naar het begin van het spoor, als een Sherlock Holmes op zoek naar de nitty gritty van die ervaring. Soms voorzichtig tredend omdat het mogelijk glad is, soms met een sneeuwschep om samen met mijn cliënt te graven naar wat intussen toegedekt werd.

Nu ik dit zit te schrijven, vallen er opnieuw grote vlokken sneeuw. Mijn schoongeveegde paadje raakt weer ondergesneeuwd (straks toch die sneeuwschep maar even zoeken) en de sporen die ik tijdens mijn wandeling opmerkte, zullen over een poosje niet meer te zien zijn. De voetstappen van aangelopen sneeuw zullen verdwijnen onder een verse laag, mogelijk onder de nieuwe sneeuw verraderlijk glad als het de kans kreeg aan te vriezen.
Eerst schijnen ze nog door een dunne laag sneeuw heen, maar als er veel sneeuw valt, zal het verhaal van mijn voetstappen in de sneeuw uitgewist lijken.

Dan ben ik mogelijk nog de enige die de herinnering heeft aan mijn voetstappen op dat ongerepte pad.

Caroline Nuiten-Zielhorst